Het universiteitsgebouw aan de Tongersestraat in Maastricht is het voormalig Jezuitenklooster en behoort tot het erfgoed van Architecten aan de Maas. Tegenwoordig is het gebouw één van de universiteitsgebouwen in de binnenstad van Maastricht, met de entree aan de Tongersestraat en de achterzijde met een tuin tegen de historische stadswal. Het hoofdgebouw is gerenoveerd, herbestemd en toekomst bestendig gemaakt. Uitbreiding met een Mensa en auditorium was noodzakelijk, vanwege de historische context is besloten om een landschappelijke uitbreiding te realiseren in de binnentuin.
Er is een mensa en bibliotheek ontworpen voor de Faculteit voor Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde. Vanuit het bestaande complex loopt de rondgang om de binnentuin als vanzelfsprekend door in de nieuwbouw, naar de mensa en naar de colloquiumzalen in het souterrain. Om zowel het bestaande complex als het historische parkgebied zo weinig mogelijk aan te tasten is de nieuwbouw ontworpen als een abstract volume dat geleidelijk uit de grond omhoog lijkt te komen, waarbij de hoogte aan de tuinzijde minimaal is. Het park wordt bovendien letterlijk gecontinueerd door het gras op het dak door te laten lopen. De gevel aan de tuinzijde is geheel van glas, zodat er vanuit de mensa optimaal contact is met buiten.
Het bestaande complex van de Universiteit Maastricht uit 1939 bestaat uit een heldere structuur die bij de verbouwing als uitgangspunt is genomen. De bestaande rondgang rond de binnentuin op de begane grond wordt onder meer weer opengemaakt en de hallen, bij de oorspronkelijke en de bestaande entrees, worden geaccentueerd. Kleuraccenten, die terugkomen in de oorspronkelijke glas-in-lood ramen, dienen ter verbetering van de oriëntatie. Evenals de houten kabelgoot, waarvanuit onder meer de data-aansluitingen in de ruimten gevoed worden, en die als een “rode draad” door het gebouw loopt.
Vanuit het bestaande complex loopt de rondgang om de binnentuin als vanzelfsprekend door in de nieuwbouw, naar de mensa en naar de colloquiumzalen in het souterrain. De nieuwbouw wordt door een tussenlid gekoppeld aan het bestaande complex en is gelegen aan de tuinzijde, tussen het complex en de stadsmuur. Om zowel het bestaande complex als het historische parkgebied zo weinig mogelijk aan te tasten is de nieuwbouw ontworpen als een abstract volume dat geleidelijk uit de grond omhoog lijkt te komen, waarbij de hoogte aan de tuinzijde minimaal is. Het park wordt bovendien letterlijk gecontinueerd door het gras op het dak door te laten lopen. De gevel aan de tuinzijde is geheel van glas, zodat er vanuit de mensa optimaal contact zal zijn met buiten. Aan de andere zijde, waar onder meer de goederenontvangst is gelegen, begrenst de nieuwbouw samen met de bestaande bouw de buitenruimte en is de gevelhoogte maximaal en gesloten. Het interieur van de zitmensa wordt bepaald door het oplopende dak. Kleur wordt alleen toegepast op de vloer, in de vorm van gegoten bladeren. Er ontstaat zo een prettige ruimte waarbij er maximaal geprofiteerd kan worden van het park.
Hieronder vindt u downloads die behoren bij het project.
