In Weert is door woningstichting Wonen Weert en stichting Land van Horne gezamenlijk een woonzorgcentrum gerealiseerd. Het woonzorgcentrum bestaat uit zevenenvijftig zorgappartementen en vijf groepswoningen voor dementerende ouderen.et woonzorgcentrum is rondom twee buitenruimten ontwikkeld; een entreepleintje en een binnentuin. De locatie wordt omzoomd door aan de ene zijde, aan de sint jozeflaan, een dubbele platanenrij, aan de andere zijde, aan de zuiderstraat, een elftal suikeresdoorns en aan de achterzijde, de noordzijde, het kerkhof van de sint martinusparochie. Hier zijn leilinden geplant als overgang tussen het nieuwe gebouw en het bestaande kerkhof.
Het entreeplein heeft een stedelijke context, negen woningen vinden hun voordeur aan het plein rondom de drie gehandhaafde haagbeuken. Tussen deze bomen staat een herplaatst kunstwerk van staal. Het kunstwerk stond al op deze locatie, echter op de hoek van de sint jozeflaan en de zuiderstraat. Het is een verwijzing naar het verleden van de plek, de genius loci.
Onder de bomen heeft het pleintje een verblijfskwaliteit. Tevens definieert dit pleintje de aan het pleintje gelegen toegangen tot het woonzorgcentrum: de hoofdtoegang die de zorgappartementen ontsluit op de eerste en tweede verdieping en de groepswoningen en de ondersteunende functies op de begane grond en de entree die toegang verleent tot het woonblok met de zestien zorgappartementen op de eerste, tweede en derde verdieping op de hoek sint jozeflaan en zuiderstraat. De tweede buitenruimte, de binnentuin is gesitueerd tussen de bouwblokken grenzend aan de zuiderstraat en het kerkhof. Deze ruimte heeft een beschermende uitstraling. De zeer kwetsbare dementerende bewoners kunnen gebruik maken van deze tuin, de vijf groepswoningen worden ontsloten door deze binnentuin en de gemeenschappelijke ruimten richten zich hier fysiek op. Er zijn schijnbeuken en karnoeljes geplant om de thematiek van de groene locatie in de bestaande wijk Keent voort te zetten.
Ook de gemeenschappelijke ruimte in de nabijheid van de hoofdentree benadrukt het belang van de binnentuin voor de bewoners: bij binnenkomst kan men door deze ruimte de binnentuin al waarnemen.
Het concept is het maken van een kleinschalige woonomgeving voor oudere bewoners.
Dit is vertaald in het streven naar de sfeer van een “ dorpje”, grenzend aan een stedelijke infrastructuur. De woningen zijn ondergebracht in massa´s die verwijzen naar geschakelde ééngezinswoningen met lichthellende daken. Dit geeft het (grote) bouwvolume een kleinschalige uitstraling refererend aan een dorpje. De “buitenschil” is stedelijk: robuust en beschermend. De materialisering bestaat uit metselwerk met houten accenten en stalen profielen als intermediair tussen gevelwerk en gevelinvulling. De “binnenwereld” is van een heel andere orde, namelijk kleinschalig. Deze gevel is verzachtend, houten gevels met metselwerk accenten. Ook hier worden stalen profielen ingezet maar nu als beëindiging. Dit thema is tevens in het vast timmerwerk terug te vinden in de eikenhouten meubelstukken met stalen profielen als intermediair en als beëindiging. Er is veel symmetrie in het gebouw om rust en orde te scheppen, toch lijken de volumes ook op willekeurige plekken ontstaan te zijn. Het woonzorgcentrum heeft een plekje gevonden, temidden van het groen, temidden van een oude woonwijk. Het gebouw functioneert als woongebouw waar kwetsbare bewoners, in grotere of kleinere mate, zelfstandig kunnen wonen. De woonomgeving in ingebed in een zorgomgeving. Omdat bij het ouder worden de wereld kleiner wordt dient deze zorgvuldig te worden vormgegeven. Er is veel aandacht besteed aan het buiten en binnen en de overgang hiertussen. Het ontvangen van familie en vrienden, zowel in de private als in de publieke omgeving, zowel in de buiten- als in de binnenruimte, is een belangrijk aspect in het woongebouw. Er is een respectvolle omgeving geschapen voor bewoners, hun familie, hun vrienden en hun verzorgers.
Hieronder vindt u downloads die behoren bij het project.
