De kavel aan de Bezuidenhoutseweg 38-40 vraagt om een slimme inpassing van het nieuwe programma voor het Zandvliet College. De kavel is beperkt van omvang en ligt strak tussen het monumentale ministerie en het kantoorgebouw met parkeerdek op het achterterrein. Het bestemmingsplan laat een bouwhoogte van 20m1 toe. Voor het nieuwe bouwvlak zal een afwijkingsbesluit op grond van de wabo moeten worden doorlopen.
Het nieuwe gebouw wordt zoveel mogelijk op het bestaande bouwvlak gerealiseerd. Door de gewenst schakeling van de beide gymzalen zal de breedte van het bouwvlak echter aangepast moeten worden. De ontsluiting van het terrein zal gelijk blijven aan de huidige situatie. Aan beide zijden van het gebouw ontstaat een (zicht)verbinding naar het Haagse Bos.
Het parkeren vindt plaats op een pleintje tegen het Haagse Bos en de achterzijde van het ministerie aan. Tevens kan deze weg gebruikt worden door leveranciers. Het stallen van fietsen gebeurt half verdiept onder de gymzalen op de achterzijde van het terrein. Op de gymzalen is een dakplein gecreëerd met zicht op het Haagse Bos.
De nieuwe entree ligt, als uitnodigende toegang vanuit de stad, aan de Bezuidenhoutseweg. De gevel ligt hier in de rooilijn van de Bezuidenhoutseweg zodat de bestaande contouren van de gevelwand gehandhaafd blijven. De nieuwbouw voor het Zandvliet College moet "concurreren" met het monumentale Ministerie van Economische zaken en het aan de andere zijde gelegen gedateerde kantoorgebouw.
Uitgangspunt voor het nieuwe Zandvliet College is een bakstenen blok. Dit blok is op diverse manieren "aangetast" waardoor het zijn vorm heeft gekregen. Door de beperkte ruimte op het kavel is gekozen voor het stapelen van functies. De ruimte voor de fietsen is half verdiept onder de gymzalen ondergebracht. Op de gymzalen is een dakplein gecreëerd met zicht op het Haagse Bos. Voor het verkrijgen van meer daglicht in het gebouw is er gekozen voor het maken van een ruime vide aan de noordzijde, deze vormt het hart van het gebouw. Aan deze vide zijn ook, in gestapelde vorm, de diverse ruimten voor ontmoeten & ontspannen en de multifunctionele ruimten van de clusters geplaatst.
Door de videopening te laten verspringen ontstaan er vakoverschrijdende zichtrelaties. Omdat het schoolplein op het dak van de gymzalen ligt wordt de soos ingezet als verbindend element vanaf de aula en entree naar het dakplein.
Design & Build prijsvraag i.o.v. en i.s.m. Zenzo Maatschappelijk vastgoed/Lithos bouw en ontwikkeling
Het hart van de school wordt gevormd door verticale vide met daaromheen een stapeling van de diverse multifunctionele ruimtes uit het programma. Hierdoor ontstaan er (vakoverstijgende) zichtrelaties tussen de diverse clusters. Rondom de multifunctionele ruimtes zijn steeds de diverse clusters gelegen. Onder in de vide is de aula/theater gesitueerd. Deze getrapte ruimte bevindt zich tussen de entree aan de Bezuidenhoutseweg en de toegang tot de fietsenstalling. De aula & theater vormen tevens het begin van de verbinding tussen deze ruimte en het dakplein. Om dit te realiseren is de soos ingezet als verbindende ruimte. De soos bestaat uit een diversiteit van geschakelde ruimten welke verspreid liggen over de begane grond, de
eerste en tweede verdieping. Door de introductie van een tweetal tribunetrappen biedt de soos zelfs ruimte om gebruikt te worden als (klein) theater of collegezaal. De soos eindigt bij de toegang tot het dakplein.
Voor de indeling van de plattegrond hebben we een zonering gehanteerd op basis van te verwachten drukte c.q. mate van rust en concentratie die betreffende activiteiten vergen dan wel met zich meebrengen. De opbouw van een cluster bestaat dus uit een hart met aansluitend de multifunctionele ruimte. Aan de buitenrand, de buitengevel, liggen de theorielokalen om zo ook optimaal mogelijk gebruik te maken van het daglicht. De scheiding met het hart wordt gevormd door de verkeersruimten. De enige vaste elementen in de plattegrond zijn de
trappen, toilet- en installatieruimten.
Het bestemmingsplan en de gekozen planopzet laten geen ruimte toe om in de toekomst een verdieping aan het gebouw toe te voegen. De flexibiliteit zit dan ook voornamelijk in het gebouw zelf ingebouwd. Elke plattegrond is opgebouwd rondom het hart van het gebouw en heeft alleen trappen, toilet- en installatieruimten als vaste elementen. Hier rondom is elke gewenste indeling te maken. Toekomstige wijzigingen in het onderwijsconcept hebben effect op het soort van activiteiten en daarmee de benodigde omvang en indeling van de leergebieden rondom het hart. Die wijzigingen kunnen eenvoudig worden opgevangen door deze gebieden onderling te laten ‘ademen’ (en daarop aan te passen). De gedetailleerde indeling die we in de door ons opgestelde plattegronden geven, zijn een vertaling van uw huidige ruimtestaat, maar zijn wat ons betreft na de gunning tijdens de verdere uitwerking naar DO aanpasbaar op basis van nader overleg en voortschrijdende inzichten.
Met de op basis van zonering hiervoor omschreven principe-indeling, en door deze over alle verdiepingen door te zetten, bereiken we vervolgens:
1. Uitwisselbaarheid van vakkenclusters over de verdiepingen (eenvoudig herindeelbaar gebouw);
2. Flexibele capaciteit multifunctionele ruimten
3. Het faciliteren van vakoverstijgend onderwijs.
Met de uitwisselbaarheid van verdiepingen en makkelijke herindeelbaarheid per verdieping spelen we ook maximaal in op het feit dat de omvang van een vakkencluster afhankelijk is van het aantal leerlingen dat tegelijkertijd leert en werkt binnen een vakkencluster. Door een makkelijke overloop van capaciteit tussen multifunctionele ruimten ontstaat in de nieuwbouw een flexibel aanwendbare capaciteit per vakkencluster: zodra één multifunctionele ruimte druk bezet wordt, kan ook logistiek makkelijk de capaciteit van een belendende
multifunctionele ruimte gebruikt worden. Verder zitten, zoals in het programma van eisen omschreven, flexibele wanden in het gebouw waardoor ruimtes met elkaar gekoppeld kunnen
worden en er meerdere vormen van gebruik mogelijk zijn.
Hieronder vindt u downloads die behoren bij het project.
