“Het gebouw moet zich openen naar het plein, zodat de bewoners gemakkelijk de weg vinden naar het gemeentehuis”. Dat was de uitdrukkelijke wens van de Stuurgroep Ontwerp Gemeentehuis. Daarmee deed de stuurgroep een geweldig belangrijke uitspraak. Het nieuwe gemeentehuis moest zich presenteren, meer nog dan het bestaande, als een openbaar gebouw, vastgehecht aan de openbare ruimte, waardoor de openbaarheid van bestuur en de deelname daarin van de burgers daadwerkelijk gestalte kreeg. Zij sprak zich duidelijk uit voor een gebouw dat door zijn uiterlijke presentatie zich onderscheidde als een publiek gebouw.
De keuze van de gemeenteraad destijds om juist geen volledig nieuw gemeentehuis te bouwen maar het oude gebouw in Heeze uit te breiden is dan ook in dat licht een heel gelukkige geweest. Het bestaande karaktervolle gebouw aan de Jan Deckerslaan had onmiskenbaar al de kenmerken van een voor de gemeenschap belangrijk gebouw. Het in 1954 gerealiseerde gebouw, ontworpen volgens de architectuurprincipes van de Delftse School, een ietwat neo-romantische stijl uit de jaren dertig, had een eigenzinnig karakter. En daarmee presenteerde zich tegelijkertijd een levensgroot dilemma aan de architect van het nieuwe gemeentehuis. Hoe dit object uit te breiden? Zoals gezegd lag het bestaande gemeentehuis nogal bescheiden aan het plein. Met name het lage verbindingselement tussen de twee kantoorvleugels zorgde voor een wel erg timide buiging in de richting van het publiek. Het nieuwe gemeentehuis mocht best het hoofd opheffen en met twinkelende ogen de burgers toelachen: “kom gerust, we zijn er voor u!”.
Het slopen van dit lage element en het daarvoor in de plaats realiseren van de publiekshal is eigenlijk, kort gezegd, de essentie van het ontwerp. De gevel van de hal is volledig van glas gemaakt zodat de toegankelijkheid letterlijk zichtbaar wordt. Ook de raadzaal ligt voor aan het plein, volledig transparant, zodat iedereen, vanaf de straat, hun vertegenwoordigers druk gesticulerend de belangen en verlangens van de burgers zien uitdragen. De gevel van de hal ligt ook iets terug ten opzichte van het plein zodat er een mooie sequentie van ruimte ontstaat. Van straat naar plein, van plein naar voorplein, van voorplein naar hal, van hal naar werkplekken.
Met de keuze voor het uitbreiden van het gemeentehuis in dezelfde architectuurtaal als het bestaande, was er het gevaar dat de romantiek van het bestaande gebouw te nadrukkelijk ook zou terugkomen in de uitbreiding, waardoor het totale gebouw wel erg pathetisch zou worden. Bewust is daarom gekozen voor zeer ingetogen, haast mathematische toevoegingen die het gebouw enige mate van tijdloosheid moeten meegeven. Alle vensters zijn eenvoudig opgedeeld in twee vlakken. Alle glaspartijen in de grote vliesgevels zijn opgebouwd uit een strenge verticale verdeling. Het dak van de hal is een cirkelvormig tongewelf. De enige uitspatting die gepermitteerd is, is het rozetvenster van de raadzaal. Alle raampartijen zowel in de gevel als in de binnenwanden zijn van hout gemaakt en presenteren zich in hun naturelle kleur. Het warme hout komt veelvoudig voor in het gebouw, ook in alle door ons ontworpen meubels, die in hun vormgeving volledig aansluiten bij het gebouw. Overal in het gebouw is het daglicht aanwezig. Zicht naar buiten, licht naar binnen, en doorzichten naar andere ruimten moeten bezoekers en werkers het gevoel geven onderdeel te zijn van een gemeenschap.
Hieronder vindt u downloads die behoren bij het project.